Interstitiele cystitis (IC) – Blaaspijnsyndroom (BPS)
Pijn in de blaasstreek kan berusten op een blaasprobleem, het kan ook te maken hebben met andere organen ter plekke of bekkenbodemproblematiek. Voor IC zijn vele verklaringen gegeven, geen enkele past geheel bij het ziektebeeld. In 1914 beschreef Hunner (Amerikaans chirurg) “de zweer van Hunner”, tegenwoordig “wonden van Hunner” genoemd.
Itis staat voor ontsteking, bij sommige patiënten is dat zo, bij anderen niet. Het gaat soms om een probleem in de blaaswand, soms niet. Tegenwoordig spreken we derhalve van BPS/IC, waardoor er op een andere manier naar de klachten gekeken kan worden en behandelingen een beter resultaat kunnen geven. De man/vrouw verhouding ligt ongeveer op 15/85%.
Wel of geen ontsteking aan de blaas
Vroeger dachten we dat het alleen om een ontsteking ging en ten gevolge daarvan een onvoldoende herstel van de oppervlakkige slijmlaag aan de binnenzijde van de blaas (GAG-laag). De behandeling was toen vooral gericht op herstel van deze laag met de nadruk op blaasspoelingen. Wijlen professor W.A. Moonen, inventief wat therapie betreft en empathisch naar de patiënt toe, maar bedacht ook dat er iets met de “bezenuwing” van de blaas aan de hand moest zijn. “M’n jong”, aldus Moonen, “er is iets met de zenuw, maar ik kan er de vinger niet opleggen”. Blaasdilataties met als doel het verstoren van het zenuwspierevenwicht, werden in velerlei vormen uitgevoerd (o.a. Helmstein).
Het is nu bekend dat het slechts in een klein deel van de gevallen om een ontsteking gaat en dit heeft ook de diagnostiek BPS/IC veranderd. Veel nadruk wordt nu gelegd op de rol van het zenuwstelsel en de signalen vanuit het brein. De rol van de bekkenbodem met al zijn spieren is van groot belang, daarnaast speelt ook auto-immuniteit nog steeds een rol.
Pijn en plasproblemen bij Interstitiele Cystitis – Blaaspijnsyndroom
De belangrijkste klacht is pijn. Wat de blaas betreft hevige plasdrang, zeer veelvuldig plassen, ook ’s nachts (slaaptekort), tot ledigingsstoornissen. Pijn kan leiden tot verkramping van de bekkenbodemspieren, hetgeen tot gevolg heeft darmproblemen en pijn bij het vrijen. Pijn, niet slapen, onbegrip van de omgeving, geen seks (veranderende relatie) het zijn maar een paar problemen welke stress geven en stress kan het probleem verergeren mogelijk (verstoorde overdracht van neurotransmitters).
Aanpak verschilt per patiënt
De aanpak bij diagnose en behandeling ligt, in tegenstelling tot vroeger, zeker niet alleen bij de bekkenfysiotherapeut, psycholoog, seksuoloog, verpleegkundige, diëtist en pijndokter. Welke hulpverlener nodig is, verschilt per patiënt. De uroloog is meestal “de kapitein op het schip”. Urologisch gezien, zijn anamnese, lichamelijk onderzoek, urine-onderzoek (ook cytologie) en de cystoscopie de belangrijkste diagnostische pijlers. Vooral de cystoscopie is noodzakelijk om andere oorzaken van de aangegeven klacht uit te sluiten. Biopten zijn soms nodig en zinvol bij duidelijke macroscopie (“huilen van de blaas”).
Multidisciplinair geeft beste kans op verbetering
Wat de behandeling betreft is multidisciplinair het motto. Dit geeft de beste kans op verbetering van de klachten:
- Voeding: stoffen die meer pijn veroorzaken wegnemen bijv. citrusvruchten.
- Medicatie: vooral gericht op pijnbestrijding, overactiviteit van de blaas en neuropathie.
- Blaasspoelingen: vooral herstel van de oppervlakkige slijmlaag (GAG-laag). Meerdere combinaties van spoelingen zijn mogelijk, al dan niet gecombineerd met Lidocaïne.
- Behandeling met Botox: vooral als overactiviteit van de blaas op de voorgrond staat en deze niet medicamenteus te bestrijden is.
- Lasertherapie: vooral bij “huilen van de blaas” en “wondjes van Hunner”.
- Neurostimulatie: o.a. PTNS.
- Gedragstherapie: bewustwording van de problemen kan ontspanning geven en vermindering van stress.
- Bekkenfysiotherapie: beoogt verbetering van de functie en ontspanning van de bekkenbodemspier, waardoor tevens mictie en defecatie kunnen verbeteren.
- Verwijdering van de blaas: bij ernstige, niet te verhelpen beschadigingen.
BPS/IC vereist van de uroloog veel tijd, empathie, geduld en kennis van het ziektebeeld. Met een goed team en “Ge moet niet opgeven”(citaat W.A. Moonen) kunnen opmerkelijke en bevredigende resultaten worden bereikt.