Urologen moeten een vuist maken voor vergoeding blaasspoelmiddelen
Onze uroloog dr. Erik Arendsen van het Centrum voor Blaaspijnsyndroom werd geïnterviewd voor medisch platform DOQ. Hij stelt: ‘‘Urologen moeten een vuist maken voor vergoeding blaasspoelmiddelen’
Momenteel worden blaasspoelmiddelen met chondroïtinesulfaat en hyaluronzuur niet door het basispakket van de meeste verzekeraars vergoed. In afwachting op een mogelijke derde rechtszaak geeft uroloog dr. Erik Arendsen in een interview met DOQ.nl een toelichting op de materie en vertelt hij welke rol urologen kunnen spelen bij deze problematiek.
Dr. Arendsen begon zijn carrière in 1978 in Nijmegen, en werkte vervolgens sinds 1984 ruim 31 jaar als uroloog in Leiden. Dr. Arendsen heeft zich daarbij vooral toegelegd op de functionele urologie zoals de blaasfunctiestoornissen. De uroloog werkt momenteel voor de Andros /Gynos kliniek waar tevens blaasspoelmiddelen worden gebruikt. Arendsen: ‘Blaasspoelmiddelen met chondroïtinesulfaat en hyaluronzuur zijn belangrijk in onze urologische praktijk. Er zijn in Nederland een viertal spoelingen op de markt (Ialuril, Cystistat, Gepan, Uracyst). De middelen zijn werkzaam bij blaaspijnsyndroom, Interstitiële cystitis (IC), overactieve blaas en bij blaasinfecties, die moeilijk te behandelen zijn met antibiotica.
Basispakket
Deze spoelmiddelen zijn in Amerika nog niet goedgekeurd door de FDA. Arendsen: ‘In Amerika moeten ze het momenteel doen met oudere middelen uit de jaren negentig. In landen zoals België en Duitsland zijn de middelen wel verkrijgbaar, maar moeten de patiënten het uit eigen zak betalen.’ In Nederland zaten de blaasspoelmiddelen tot voor kort in het basispakket van de verzekeraars. Zorginstituut Nederland (ZIN, voorheen CVZ) stelde echter vast dat er onvoldoende ‘evidence based’ methodologisch bewijs is uit ‘dubbelblind gerandomiseerd’ onderzoek om vast te stellen dat het hier om geneesmiddelen gaat en niet om medische hulpmiddelen. Volgens dr. Arendsen is er echter wel voldoende gefundeerd bewijs dat de middelen werkzaam zijn bij het blaaspijnsyndroom. Dr. Arendsen: ‘Een aandoening die ervoor zorgt dat mensen niet goed meer kunnen functioneren omdat ze vaak veel pijn hebben en vele keren per dag naar het toilet gaan. De aandoening is sterk invaliderend. Lastenverlichting is zeer belangrijk. Dubbelblind gerandomiseerd onderzoek met een placebo is derhalve zeer moeilijk aan deze groep patiënten te verkopen.’
Rapport
Dr. Arendsen: ‘ZIN schreef een rapport over blaasspoelmiddelen dat werd voorgelegd aan een uroloog binnen de Nederlandse Vereniging van Urologie (NVU). Uit zijn commentaar op het rapport haalde ZIN dat het hier ging om een medisch hulpmiddel en dat het daarom uit het basispakket kon. In Nederland zijn er een paar duizend mensen met een blaaspijnsyndroom (althans nu bekend). Deze mensen moeten soms zo’n 40 of 50 keer per dag naar het toilet. Behandeling met een spoeling met chondroïtinesulfaat en hyaluronzuur, van één keer per week tot zelfs elke dag is geen zeldzaamheid. De prijs van een spoeling varieert van 45 tot ongeveer 70 euro. Die behandeling moet de patiënt momenteel meestal zelf betalen.
Er volgde vanuit de patiëntenvereniging een eerste rechtszaak tegen ZIN. De patiëntenvereniging spande de rechtszaak aan. ‘Ik werd in de eerste rechtszaak gevraagd om te komen getuigen, en destijds werd het Zorginstituut in het ongelijk gesteld. De rechter kwam tot het besluit dat de blaasspoelingen vergoed moesten blijven.’ ZIN ging echter in hoger beroep wat leidde tot een tweede proces, waarbij ze wel in het gelijk werden gesteld,’ aldus Dr. Arendsen: ‘De verzekeraars waren blij dat het uit het pakket kon, en de patiënt is uiteindelijk de dupe.’
Blaaspijncentrum
Dr. Arendsen: ‘We kunnen met een groep urologen de zaak weer op de kaart zetten. Er zijn nu zeven urologen in een officiële NVU commissie (De Nederlandse Interstitiële Cystitis (IC)-groep) samengebracht. Met deze groep is ook het officiële Nederlandse standpunt ten aanzien van blaaspijnsyndroom/IC tot stand gekomen. De behandelingen moeten steeds meer multidisciplinair plaatsvinden (meerdere specialisten onder één dak zoals bekkenfysiotherapie en gynaecologie) en het moet voor deze patiënten allemaal goed geregeld kunnen worden wat betreft alle behandelingsmogelijkheden.
Binnen de Andros/ Gynos kliniek (Medisch Directeur: prof dr. F.M.J. Debruyne) hebben wij daarom een blaaspijncentrum opgezet. We werken multidisciplinair en doen er onder andere spoelingen. De eerste behandelingen krijgen de patiënten in de kliniek en dan zijn de spoelingen inbegrepen, in de thuissituatie niet maar ook daarvoor hebben we met de leveranciers goede afspraken gemaakt. Sommige verzekeraars zoals DSW vergoeden de blaasspoelingen nog wel. Tevens kunnen mensen de middelen online bestellen zodat” tussenfirma’s” worden vermeden. Op 7 april is een landelijke nascholingsdag ‘blaaspijnsyndroom’. Er zijn veertig aanmeldingen van urologen die bijscholing willen op dit ziekteterrein. We hopen op die manier meer patiënten sneller en beter te behandelen.’
Derde rechtszaak
Arendsen: “Er is sprake geweest van een mogelijke derde rechtszaak, maar deze heeft tot dusver niet plaatsgevonden. Er is hoop dat het ZIN toch onder druk van richtlijnen en standpunten van de NVU, en het oordeel van experts op dit gebied, de middelen toch (of gedeeltelijk) laat vergoeden en hopelijk komt het daarvoor niet weer tot een rechtszaak. Misschien laat het ZIN het aan de minister over, die dan een eindoordeel gaat geven. Maar daarvoor moeten we waarschijnlijk wachten tot de kabinetsformatie.’